14 October 2025

Glas is niet niks is een project van architect Laura van Santen in samenwerking met 10 architecten, vormgevers en kunstenaars. Samen met hen onderzoekt ze bij TU Delft en Make de mogelijkheden van glasprisma’s in de wereld van de architectuur en de bouw. Een bijzonder project dat 100 jaar teruggaat in de tijd, om de toekomst van glas in de architectuur te kunnen vormgeven. ‘Glas is niet niks’ is te zien tijdens DDW op de Make-expositie REMEMBER | RETAKE. 

Geschreven door Pleuni van Keulen

Laura van Santen
Mallen voor glas

Vreemde eend 
Laura van Santen noemt zichzelf een vreemde eend bij Make. Ze is tenslotte architect, terwijl normaliter vooral kunstenaars en vormgevers in werkplaatsen werken. Maar haar project ‘Glas is niet niks’ maakt duidelijk dat ze hier enorm op haar plek is. Ze vertelt: “Toen ik startte, vond ik alles met lenzen en prismatische eigenschappen (glas dat licht breekt en verstrooit, red.) interessant. Glas is zo’n mooi, fascinerend en complex materiaal, maar het wordt nauwelijks door architecten gebruikt (anders dan voor ramen, red.). Het is bovendien een ontzettend kostbaar materiaal. Tegelijkertijd zet je als architect 3 streepjes op een tekening en je hebt ramen. Zonder erbij stil te staan hoeveel energie het kost dit te maken.  

artikel gaat verder onder afbeeldingen

Resultaten glasproeven
Werkoverleg

Technieken van toen terugbrengen
Laura: “100 jaar geleden gingen we heel anders met glas om. Toen was energie kostbaar, en nu is dat weer zo. Dus misschien kunnen we glastechnieken van die tijd ook nu weer gebruiken.” Met prismaglas dus. Prismaglas heeft als eigenschap licht ver en verspreid een ruimte in te brengen. Zo werden glazen prisma’s aan het einde van de 17e eeuw gebruikt in de scheepvaart. Men hoefde dan geen brandbare stoffen voor verlichting te gebruiken onder het houten dek. In de 19e eeuw werden prisma’s ook ingezet op het land, voor het verlichten van ruimtes met weinig daglicht.  

Potentie van hergebruikt glas
Laura: “Werken met prismaglas levert een intelligente manier van omgaan met licht op, die we wat mij betreft nu ook weer moeten gebruiken in de architectuur. Daarom heb ik aan 10 architecten, kunstenaars en ontwerpers gevraagd een ontwerp te maken. Ik ben eerst bij de TU Delft aan de slag gegaan, zij deden al onderzoek. naar de potentie van hergebruik van glas. Belangrijk, want we moeten ook iets doen aan de wegwerpcultuur. We blijven maar produceren en er is zoveel vervuiling. Nu zie je wel dat we steeds meer biobased bouwen. Maar het glas daarin meenemen, ho maar. Dat bewustzijn moet echt komen.”

Afvalstromen koppelen aan prisma
Zand – de grondstof voor glas – wordt gewonnen uit rivieren of zandgroeves. Dat gaat vaak ten koste van flora en fauna. Zand is bovendien niet hernieuwbaar en wordt steeds schaarser. Laura vertelt wat haar bezighield. “Hoe kan ik afvalstromen koppelen aan prisma en die optische kwaliteiten gebruiken? En ik vroeg me ook af: waarom zijn we zo bang voor kleur? Je moet namelijk heel veel toevoegen aan glas om het transparant te maken. In mijn vooronderzoek ging ik aan de slag met prismavormen en deed ik proeven met vlakglas en flessenglas. Dat onderzoek en kleine proefjes heb ik samen met de 10 anderen naar de werkplaats van Make gebracht. Daarin kijken we ook wat praktisch haalbaar is. Wat je bijvoorbeeld kunt met het hergebruik van autoglas, of tv-glas. Het is de bedoeling dat hier echte producten uit ontstaan. We werken nu toe naar het maken van grotere mallen, om grotere proeven te doen. En intussen hoop ik natuurlijk dat anderen dit interessant genoeg vinden, om ook mee aan de slag te gaan.”

‘Glas is niet niks’ bestaat uit 10 projecten van Civic, Jeanette Slütter, Werkstatt, Mio Fujimaki, Bright, Bureau Sla, Studio C.A.R.E., Marlies Boterman, Studio Acte, en Bo Stokkermans. Bekijk de werken op de Make-expo REMEMBER | RETAKE tijdens DDW van 18 tot en met 26 oktober.  

Fotografie: Luuk Kramer en Jeannette Slütter